Slapen in een portiek in Georgiƫ: een iets minder typisch AEGEE avontuur

Wanneer je lid bent bij AEGEE bewandel je niet het gebaande pad. Je middelbare schoolvrienden vliegen naar Chersonissos? Jij brengt je weekend door in Slovenië. Je studiegenoten pakken een Flixbus naar Berlijn? Jij lift naar Praag. Je buurjongen pakt met wat vrienden een hotelletje aan de Spaanse kust? Jij gaat in een gymzaal liggen met honderden andere Europeanen in Oekraïne.
Al met al niet de weg van de minste weerstand en het meeste comfort. Toch kwam het nooit zo ver als in mei, toen ik de nacht doorbracht in een vreemd portiek in Georgiƫ. Ik zal bij deze uitleggen hoe ik in deze netelige situatie terecht kwam.
Begin mei vertrok ik naar een Network Meeting in Yerevan, ArmeniĆ«, om andere AEGEEāers te spreken over onze vereniging. Wat zijn onze sterke en zwakke punten? Waarin verschillen onze locals? Wat zijn onze overeenkomsten? Het was interessant om te leren hoe anders de locals in die regio opereren. AEGEE-Yerevan lijkt meer op een mensenrechtenorganisatie dan een studentenvereniging. Ze nemen leden aan zo jong als 15 jaar, die graag vrijwilligerswerk doen zodat ze meer kans hebben om toegelaten te worden tot de universiteit wanneer ze 18 zijn. Mensenrechten zijn op bepaalde gebieden een nijpend probleem in ArmeniĆ« en buurlanden, wat de aandacht voor dit onderwerp verklaart.
Een van die buurlanden is GeorgiĆ«. Dit mooie land heb ik op deze trip ook kunnen bezoeken aangezien ik van en naar Nederland vloog vanuit de hoofdstad Tbilisi. Op de weg terug zou ik er ƩƩn avond overnachten. Tijdens de Network Meeting in Yerevan had ik al een aantal aardige GeorgiĆ«rs ontmoet, en een bood me een slaapplek aan. De avond dat ik gehost zou worden moesten we eerst nog van Yerevan naar Tbilisi rijden. 300 kilometer aan voornamelijk slechte bergwegen. Zij met zān allen in een eigen auto, ik in de Armeense versie van Blablacar.
Om 2 uur ās nachts na een lange rit, inclusief het betalen van een taxichauffeur in pakjes sigaretten bij gebrek aan cash, kwam ik aan bij het juiste adres. In GeorgiĆ«, bleek, doet men niet aan deurnummers, maar aan gebouwnummers. Geen idee waar ik naar binnen kon dus. Gelukkig had ik Wi-Fi en kon ik mijn host berichten versturen. Geen reactie. Anderhalf uur en enkele onbeantwoorde appjes, smsājes en telefoonoproepen later verzamelde ik alle moed en liep ik snel langs de chagrijnige hond die de enige begaanbaar uitziende deur blokkeerde. Gelukkig was de deur open en kon ik die meteen voor de neus van mijn persoonlijke Cerberus sluiten.
Daar stond ik dan in een portiekje van 1 vierkante meter, met voor mij nog 2 deuren. Inmiddels was het half 4 ās nacht en durfde ik geen vreemden wakker te maken, dus ben ik daar gaan zitten en in slaap gevallen. Een uur later ging een van de deuren open en begon een op zān zachts gezegd niet zo geamuseerde oma me de deur uit te werken. Wanhopig vroeg ik waar toch ene Nino woonde. āNo Nino!ā Ik stond op het punt te vertrekken toen haar dochter me aansprak. Na wat gebarentaal over mijn situatie stond ze toe dat ik op hun leunstoel zou verblijven voor het laatste stukje van de nacht.
Ik zat koud 5 minuten toen ik een bericht van Nino kreeg. Ze was met haar vrienden hopeloos verdwaald geraakt en haar telefoon was leeggeraakt. Natuurlijk was haar woonruimte net om de hoek en had ik zo naar binnen gekund met haar huisgenoot thuis..
Zo zie je maar, met AEGEE kom je overal!


